Page 23 - Hersenletsel.. en dan?
P. 23

                “Ik vind dat mijn man wel een dagje zonder mij kan.”
Pleunie Faes kreeg twee jaar geleden een hersenbloeding, waardoor ze halfzijdig verlamd raakte. Drie dagen per week gaat ze naar de dagbeste- ding. Schertsend: “Ik vind dat mijn man wel een dagje zonder mij kan.”
Voor de liefde verhuisde Pleunie van Zuid-Holland naar Brabant. Haar eerste huwelijk was gestrand. Ze gaf voor Jan haar baan als plaatsvervangend direc- teur bij de Rabobank op, om samen voor zijn jonge dochter te zorgen. “Jan is een hele lieve man, die nu goed zorgt voor mij. Om hem te ontlasten, ga ik naar het activiteitencentrum. Ik ben graag thuis, maar wil niet dat mijn man honderd procent voor mij moet zorgen. Als ik bij het activiteitencentrum ben, kan hij naar zijn familie toe. Of andere dingen doen, die hij graag wil.”
“Het is hier meestal gezellig. Er wordt goed gezorgd voor ons en er zijn leuke activiteiten. Zelf zit ik het liefst bij de mannen. Die hebben een ander soort humor dan de dames. Elkaar een beetje jennen, dat vind ik leuk.” Ze is erg te- vreden over de begeleiding. “Als je iets nodig hebt, zullen ze het negen van
de tien keer regelen. Ik borduur graag, maar zocht een ander soort stramien. Dat is dan zo geregeld.”
“Het activiteitencentrum biedt me structuur.’’
Riennie van de Poel lijdt aan het syndroom van Clippers. Dit is een zeldzame auto-immuunziekte, die ontstekingen in de hersenen veroorzaakt.
“Het syndroom blokkeert banen in mijn hersenen, waardoor ik veel dingen op- nieuw aan moest leren.” Riennie moest weer leren lopen. Ook had hij forse geheugenproblemen. ”Ik herkende mijn eigen vrouw niet meer.”
Riennie werkte als systeembeheerder bij een ICT-bedrijf. Na zijn revalidatie probeerde hij weer terug te komen, maar dat lukte niet. Ook aangepast werk bleek te belastend. Vervolgens werd hij arbeidsongeschikt verklaard. Thuis kwam het tot weinig anders dan dagen achtereen gamen. “Tot vervelens aan toe voor mijn vrouw.”
Riennie komt al vijf jaar lang drie dagen per week naar het activiteitencentrum. Daar helpt hij in de ochtenden mee
in de keuken. Na de lunch vertrekt hij meestal naar de sportzaal, omdat in beweging blijven voor hem ontzettend belangrijk is. “Ik vind het prettig hier. Het activiteitencentrum biedt me struc- tuur, beweging en afleiding.”
Wo wo Wo me Am
DAGACTIVITEITEN
ZES DEELNEMERS VERTELLEN OVER WAT DIT VOOR HEN BETEKENT.
“Je leert van elkaar.”
| 23
 Daginvulling
BSO Won
Ontwikkelings- gerichte activiteiten
    José van de Kimmenade woont nog niet zolang in Eindhoven. Haar leven zag er voor haar twintigste heel anders uit. Doordeweeks werkte ze in een lunchroom, in het weekend ging ze stappen. En ze had een vriendje met wie ze zou gaan samenwonen. Toen kreeg ze een hersenbloeding.
José is halfzijdig verlamd, waardoor ook praten moeilijk gaat. Sinds twee jaar woont ze samen met haar nieuwe vriend in een Fokuswoning. Hier kan ze 24 uur per dag een beroep doen op zorg en begeleiding bij alle dagelijkse dingen.
De vriend van José werkt overdag. Zelf gaat ze drie dagen per week naar het activiteitencentrum. Daar helpt ze in de keuken, doet ze geheugenspelletjes en doet ze aan sport. “Het is beter dan hele dagen thuiszitten. Ik leer hier ook din- gen, die ik dan thuis weer uitprobeer.”
   e












































































   21   22   23   24   25