De tweede corona-golf beheerst ons leven, dit geldt ook voor de plaatselijke zorg- en verpleeginstellingen. Ze zijn minder overvallen dan de eerste keer, maar het blijft spannend. Het zijn dagkoersen, waarbij steeds weer snel moet worden ingespeeld op nieuwe situaties. De woordvoerders van SWZ, BrabantZorg, Amaliazorg en Laverhof vertellen in een interview met Omroep Meierij hoe zij de huidige situatie beleven.

Na de lockdown in maart was iedereen het er over eens: een bezoekverbod voor bewoners van zorginstellingen is onmenselijk en dus onwenselijk. Juist om die reden blijven bezoekregelingen bestaan. “Van de eerste golf hebben geleerd dat het verstandig is om niet iedereen altijd over één kam te scheren en ruimte te geven waar dat kan. Zolang het verantwoord is gaan we gewoon door met dagbesteding en mogen cliënten ook bezoek ontvangen,” licht Artwin Nuhn woordvoerder van SWZ toe. Op hun locaties in Schijndel en Veghel wonen mensen met een beperking. “We houden wel rekening met de richtlijnen van de overheid. Dat betekent in de praktijk niet meer dan drie bezoekers op een dag, zorgvuldig omgaan met je persoonlijke hygiëne en afstand houden. We vragen medewerkers ook om daarop toe te zien.”

“Bij SWZ droegen de medewerkers die cliënten begeleiden al voor het dringende advies van de overheid mondneus-maskers. Soms vinden medewerkers en familieleden ons erg streng. Dat zijn we ook wel. Maar die opstelling heeft er mede voor gezorgd dat we relatief ongeschonden door de eerste Corona-golf zijn gekomen. En eerlijk is eerlijk: veel familieleden van cliënten waren er blij mee. Het voelde veilig voor hen.”

“Voor cliënten is deze tweede golf iets minder zwaar dan de eerste. Er mag meer dan in het voorjaar. Maatregelen wennen ook, lijkt het. Maar als je zelf besmet bent of een huisgenoot, dan is het isolement dat je hebt te ondergaan nog steeds een zware last. Want de emoties die een besmetting met zich meebrengt zijn nog steeds dezelfde. Die wennen nooit.”

Lees het complete artikel van Omroep Meierij hier